De doortocht van de secundaire weg N382 in Anzegem zorgt sinds geruime tijd voor een aantasting van de leefbaarheid en verkeersveiligheid. Gezien de provincie West-Vlaanderen bevoegd is voor de secundaire wegen op haar grondgebied, heeft het gemeentebestuur van Anzegem in 2006 de vraag gericht tot het provinciebestuur om de mogelijkheid van een ringweg (of omleidingsweg) rond de kern Anzegem te onderzoeken.
Deze kaart toont de reservatiestrook waarbinnen de omleidingsweg voor de kern van Anzegem gerealiseerd kan worden. Klik linksboven op de kaart om in te zoomen. Klik rechtsboven om te zoeken op adres (invoeren als: straatnaam huisnummer postcode of gemeente).
Teneinde de wenselijkheid en haalbaarheid van een omleidingsweg voor Anzegem te kunnen bepalen, werd een verkeerskundig en technisch onderzoek verricht op basis van het provinciaal beleidskader bijkomende omleidingswegen op secundair niveau. Uit dit onderzoek bleek dat er binnen de bestaande doortocht geen oplossing ten gronde kon geboden worden voor het probleem. Bovendien bleek dat minstens 50% van het algemeen verkeer en tot 90% van het vrachtverkeer uit de doortocht kan worden gehaald door de aanleg van een nieuwe ringweg. Dit betekent dat de aanleg van een ringweg een significante verbetering met zich mee zou brengen voor de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de Anzegemse dorpskern. Op basis van deze resultaten heeft de deputatie eind 2008 beslist dat de aanleg van een ringweg gerechtvaardigd is.
Deze beslissing vormde de basis voor het verder onderzoek betreffende de ligging van de ringweg. Dit vergt evenwel de nodige tijd, gezien verschillende onderzoeken en procedures moeten doorlopen worden. De keuze van de ligging van een ringweg moet immers goed doordacht en wel overwogen gebeuren. Op basis van ruimtelijke en technische afwegingen werden in 2008 vier mogelijke omleidingstracés naar voor geschoven, twee ten westen en twee ten oosten van Anzegem.
Door middel van een plan-MER werden deze vier omleidingstracés grondig tegenover elkaar afgewogen. De 4 alternatieven werden bestudeerd worden op hun gevolgen voor het milieu. Hierbij werden de effecten op de bodem en grondwater, oppervlaktewater, geluid en trillingen, lucht, fauna en flora, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en de mens in detail onderzocht.
Op 29 juni 2011 wordt het plan-MER voor de omleidingsweg goedgekeurd door de dienst MER van de Vlaamse overheid. In het plan-MER worden de conclusies van het vooronderzoek die de provincie in 2008 heeft uitgevoerd, bevestigd. In het kader van deze plan-MER werden tevens prognoses inzake verkeersintensiteiten uitgevoerd voor 2020. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het plan-MER:
Bekijk hieronder de goedgekeurde versie van de plan-MER en de goedkeuring van de dienst MER:
De resultaten van de definitieve versie van de plan-MER werden voor de Anzegemse bevolking gepresenteerd op een infomarkt op 5 december 2011. Bekijk hieronder de panelen zoals die getoond werden op de infomarkt:
Ondertussen werd begin 2011 door de dienst mobiliteit van de provincie een studie opgestart waarin de mobiliteit voor het ganse interfluvium Schelde-Leie wordt onderzocht en waarbij het de bedoeling is een aantal beleidsaanbevelingen te formuleren. Deze studie kwam er naar aanleiding van een aantal andere mobiliteitsproblematieken in de regio waaronder onder andere de omleidingsweg Heestert en Moen (Zwevegem) en het kruispunt op de Belgiek (Deerlijk). Ook de omleidingsweg Anzegem wordt in deze studie belicht. De resultaten van de regionale mobiliteitsstudie bevestigen nogmaals de noodzaak van een omleidingsweg (p.126): “Op termijn zal de verkeersleefbaarheid van de kern van Anzegem in het gedrang komen. In het plan-MER werden verschillende tracés onderzocht. Het is aangewezen ruimte te reserveren voor het meest wenselijke tracé opdat mogelijke toekomstige oplossingen niet gehypothekeerd worden.” De regionale mobiliteitsstudie Interfluvium wordt op 12 april 2012 door de deputatie goedgekeurd.
Op basis van bovenstaande onderzoeksresultaten besliste de deputatie in 2013 om een provinciaal RUP op te maken voor het vastleggen van een reservatiestrook voor de omleidingsweg. Eén van de bijkomende aandachtspunten was hierbij dat het voorkeurstracé West A (zie plan-MER uit 2011) verder dient onderzocht te worden en desgewenst dient bijgestuurd op basis van nieuwe elementen, zoals de visie van Infrabel om in het studiegebied, indien mogelijk, één of meerdere spoorwegovergangen af te sluiten, in het bijzonder deze van de N382 zelf. Rekening houdende met deze vraag, werd beslist om door middel van een technisch-ruimtelijk vooronderzoek een aantal varianten op dit tracé verder uit te werken, met de focus op het gebied ter hoogte van de spoorlijn Kortrijk-Oudenaarde.
Uit dit technisch-ruimtelijk vooronderzoek zijn een 4-tal tracés weerhouden, waaronder ook het voorkeurstracé West A uit het plan-MER zelf.
De resultaten van dit technisch-ruimtelijk vooronderzoek werden voorgelegd aan de bevolking van Anzegem op een infomarkt, die plaatsvond op 8 december 2015.
Hier kan u de infopanelen, die werden getoond op deze infomarkt, raadplegen.
De vier technisch uitgewerkte omleidingstracés werden onderworpen aan een nieuw milieueffectenrapport. Hierbij worden de effecten op de bodem en grondwater, oppervlaktewater, geluid en trillingen, lucht, fauna en flora, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en de mens opnieuw in detail onderzocht.
Uit het gevoerde milieuonderzoek wordt ter hoogte van de Landergemstraat – Lange Winterstraat voorgesteld om, naast het oorspronkelijke tracé (Noord A genoemd) ook een verlegging van het oorspronkelijk tracé te onderzoeken (Noord B genoemd). Aangezien het voorstel om een gewijzigd tracé te onderzoeken voortvloeit uit het plan-MER zelf, was de ligging van het tracé nog niet gekend ten tijde van eerste terinzagelegging (september-oktober 2016), waardoor bewoners en belanghebbenden niet de kans hebben gekregen om reacties in te dienen op deze nieuwe variant. Daarom werd er besloten om een tweede terinzagelegging te organiseren van 3 april 2018 tot en met 2 mei 2018.
De plan-MER kan u hier raadplegen:
Op deze overzichtskaart vindt u een overzicht van de verschillende tracés.
De technisch uitgewerkte tracés kan je hier bekijken:
Het plan-MER werd goedgekeurd op 1 maart 2019. Het goedkeuringsverslag en het begeleidend schrijven kan hier terug gevonden worden:
• Begeleidend schrijven
• Goedkeuringsverslag
De deputatie besliste in haar zitting van 25/10/2018 over het voorkeurstracé voor de omleidingsweg Anzegem. Het tracé dat gekozen werd, is een combinatie van tracé Noord B en tracé 3. Het ligt ten westen van de Lange Winterstraat en loopt via een brug over de spoorlijn Kortrijk-Oudenaarde, waarna het de spoorlijn volgt en vervolgens afbuigt richting de Bevrijdingslaan.
Dit keuze voor tracé Noord B en tracé 3 gebeurde op basis van vaststellingen uit het plan-MER (milieueffectenrapport), LER (landbouweffectenrapport) en aangevuld met elementen uit vroegere studies.
Bekijk de uitgebreide nota en bijlagen omtrent de afweging van de verschillende tracévarianten.
Parallel aan het plan-MER werd ook een landbouweffectenrapport opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). In dit rapport wordt het functioneren van de landbouw in het gebied ter hoogte van de verschillende tracés onderzocht en worden de effecten van de vier verschillende tracés, in combinatie met tracévariant A of B, op de gebruikers van de gronden in kaart gebracht.
Bekijk hier het landbouweffectenrapport.
Op 17/12/2020 heeft de provincieraad van West-Vlaanderen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Omleidingsweg Anzegem voorlopig vastgesteld. Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd dat liep van 01/02/2021 tot en met 02/04/2021. Iedereen kon tijdens het openbaar onderzoek een advies, opmerking op bezwaar indienen.
Eén van de doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is de optimalisering van het bestaande wegennet door middel van een categorisering. In deze categorisering wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen, de primaire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen, afhankelijk van de functie die de weg heeft.
Omwille van hun verzamelende en verbindende functie op Vlaams niveau, ligt de nadruk bij de hoofdwegen en primaire wegen op verkeersafwikkeling. Het RSV heeft het aanduiden van deze wegen toegewezen aan het Vlaams gewest. De secundaire wegen hebben een verzamelende en verbindende functie op lokaal en bovenlokaal niveau, waarbij de nadruk ligt op de verkeersleefbaarheid. Het selecteren van deze wegen werd door toegewezen aan de provincies.
Bij de opmaak van het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) heeft het provinciebestuur de oefening gemaakt welke wegen de functie van secundaire weg opnemen op haar grondgebied. Hierbij werd de N382, die de dorpskern van Anzegem doorsnijdt, als secundaire weg geselecteerd. Samen met de N8 verzorgt de N382 immers een belangrijke verzamelende functie in het Leie-Scheldeinterfluvium.
Matthias Dobbels & Evi Lefevere