Overzicht van de stappen in de procedure van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP)
Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) is een plan dat de bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften vastlegt in een bepaald gebied. Voor alle percelen in een bepaald gebied wordt zo duidelijk wat er kan en wat niet. Op basis van het RUP, kunnen – eens het RUP is goedgekeurd - omgevingsvergunningen afgeleverd (of geweigerd) worden.
Elk bestuurlijk niveau maakt ruimtelijke uitvoeringsplannen op: een PRUP of een Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt door de provincie. Gemeenten maken een GemRup of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op. Departement Omgeving van Vlaanderen maakt GRUP's ofwel gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op. De wetgeving waarin dit beschreven staat is na te lezen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Bekijk hier het uitgebreid stappenplan van de RUP procedure voor de 3 niveaus.
Naast de documenten van het RUP wordt er ook een procesnota opgemaakt. De procesnota hoort bij het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en moet samen worden gelezen met de andere onderdelen van het RUP. De procesnota is een toelichtend document waarop geen inspraak mogelijk is. Het is als het ware een leeswijzer van de planningsprocedure en de stappen die ondernomen worden.
De procesnota is een informatief en evolutief document dat het volledige verloop van het planproces beschrijft. De nota groeit naarmate het proces vordert en wordt steeds verder aangevuld.
De procesnota beantwoordt vragen zoals:
Met de goedkeuring van de startnota door de deputatie gaat het planproces van start. In de startnota staat alle inhoudelijke informatie over het planproces. De startnota geeft aan over welk gebied het gaat en wat de doelstellingen zijn. Er worden verschillende locatie- en/of inrichtingsalternatieven voorgesteld en er wordt omschreven welke milieueffecten er onderzocht gaan worden. In de startnota komen ook een aantal verplichte onderdelen voor zoals de omschrijving van de juridische context en de relatie met de ruimtelijke structuurplannen en andere beleidsplannen. Gelijktijdig wordt ook een procesnota opgemaakt die tijdens het volledige verloop van de RUP procedure blijft bestaan.
Over de startnota wordt een publieke raadpleging met participatiemoment gehouden en een adviesronde. In deze fase is er dus voor de eerste keer inspraak mogelijk. Tijdens de publieke raadpleging, die 60 dagen duurt, kan iedereen de startnota en procesnota inkijken via verschillende kanalen: digitaal op de website van de provincie en op de website van de betrokken gemeente en analoog in het provinciehuis Boeverbos en in het gemeente/stadhuis van de betrokken gemeente/stad. Daarnaast kan iedereen opmerkingen of suggesties indienen over de voorgestelde planopties in de startnota. Dit kan op verschillende manieren: via e-mail, door een brief te posten of af te geven op het provinciehuis Boeverbos of het gemeente/stadhuis van de betrokken gemeente of door langs te komen op het participatiemoment. Er moet tijdens de publieke raadpleging minstens één participatiemoment georganiseerd worden. Hoe het participatiemoment aangepakt wordt staat omschreven in de procesnota.
Tijdens de publieke raadpleging, die 60 dagen duurt, worden ook verschillende adviesinstanties om advies gevraagd. Welke instanties dit zijn staat ook omschreven in de procesnota.
Na de publieke raadpleging wordt er een verslag opgemaakt van de publieke raadpleging met participatiemoment en wordt dit document online geplaatst. Er wordt ook een overzicht online geplaatst waarin na te lezen is welke inspraakreacties en adviezen ingediend werden.
In de tweede fase wordt de startnota herwerkt naar een scopingnota. Deze scopingnota bouwt verder op de startnota en geeft weer hoe werd omgegaan met de adviezen en inspraakreacties uit de publieke raadpleging van de startnota. De scopingnota omschrijft alle aspecten en effecten die onderzocht zullen worden in het verdere planproces. De scopingnota is samen met de procesnota de leidraad voor het verdere verloop van het planningsproces dat leidt tot de opmaak van het voorontwerp van het RUP. De scopingnota wordt goedgekeurd door de deputatie en daarna online geplaatst.
In de derde fase wordt het plan verder en concreter uitgewerkt op basis van het gevoerde onderzoek. Er wordt een voorstel van RUP opgemaakt waarin een keuze wordt gemaakt tussen de voorgestelde alternatieven. Indien vereist, wordt er ook een ontwerp van plan-milieueffectenrapport (planMER) opgemaakt, dat de keuze voor een alternatief helpt onderbouwen.
Over dit voorontwerp en het eventuele ontwerp plan-MER wordt advies gevraagd aan de betrokken gemeentelijke, provinciale, Vlaamse en federale instanties. Deze adviezen worden besproken op de plenaire vergadering.
Naar aanleiding van de adviesronde over het voorontwerp RUP en eventueel het ontwerp plan-MER worden het RUP en het plan-MER verder herwerkt en afgewerkt. Er wordt een ontwerp RUP opgemaakt en dit wordt door de provincieraad voorlopig vastgesteld. Daarna wordt er een openbaar onderzoek georganiseerd over het RUP. Tijdens dit openbaar onderzoek, dat 60 dagen duurt, kan iedereen bezwaren, opmerkingen of suggesties formuleren bij de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO). Tijdens het openbaar onderzoek wordt er ook minstens één infomoment georganiseerd.
Indien er een plan-MER opgemaakt moet worden, ligt het ontwerp van het plan-MER mee ter inzage tijdens het openbaar onderzoek.
De PROCORO behandelt, na afloop van het openbaar onderzoek, de ingediende bezwaren en kan op basis hiervan wijzigingen suggereren aan het beleid (de provincieraad). Lees hier na hoe de PROCORO de bezwaren behandelt.
De provincieraad stelt het RUP definitief vast en houdt hierbij rekening met het advies van de PROCORO.
Indien er een plan-MER werd opgemaakt, wordt de definitieve vaststelling van het RUP voorafgegaan door een finale kwaliteitsbeoordeling van het plan-MER door de dienst MER (Milieueffectrapportage) van de Vlaamse Overheid.
Nadien beschikt de Vlaamse Overheid nog over een schorsingstermijn van 45 dagen. Indien het RUP niet geschorst wordt, wordt het gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 14 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad treedt het RUP in werking.