Het eerste spoor heeft betrekking op de zoektocht naar locaties voor nieuwe bedrijventerreinen. Voldoende bedrijventerreinen voorzien is immers één van de speerpunten van het provinciaal ruimtelijk beleid. De provincie beoogt een effectief en gedifferentieerd aanbod aan bouwgronden voor bedrijven. Het is daarbij de bedoeling om moderne, kwalitatieve bedrijventerreinen uit te bouwen die voldoen aan de normen van duurzaamheid.
Als bovenlokale overheid vinden we het daarbij belangrijk om open ruimte slechts aan te snijden waar zich tekorten voordoen. De provincie wil daarom steeds een vinger aan de pols houden door de behoefte en aanbod aan bedrijventerreinen constant te monitoren en op elkaar af te stemmen.
In 2017 bleek er een berekende vraag van 430 ha bruto aan bedrijventerreinen om een antwoord te bieden in de economische dynamiek in West-Vlaanderen. Daarvan was 130 ha bedoeld om de behoefte op korte termijn op te vangen in de economische subregio’s Roeselare, Brugge en Waregem.
Meer info in de behoefteberekening in het document 'Berekening van de vraag naar bedrijventerreinen in West-Vlaanderen' (pdf).
Op 22/12/2017 besliste de Vlaamse Regering dat de provincie West-Vlaanderen een proces mag opstarten om voor een totaal van 430 ha voorstellen voor nieuwe bedrijventerreinen te realiseren. Deze beslissing kwam er na confrontatie tussen behoefte en aanbod voor alle economische subregio's. Lees het besluit van de Vlaamse regering na.
Een tweede spoor betreft het ontwikkelen van bedrijventerreinen die op heden niet in gebruik raken. Niet alle bedrijfsgronden worden op vandaag actief op de markt aangeboden, daarom zijn ze niet altijd beschikbaar voor ontwikkeling. Binnen het activeringsbeleid van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) en de intercommunales WVI en Leiedal wordt ingezet op het overtuigen van eigenaars van bestemde bedrijfsgronden om hun eigendommen toch te ontwikkelen.
Dit activeringsbeleid wordt door een team mensen van de POM, de WVI en Leiedal gedaan, de activeringsteams. Dit team gaat steeds op zoek naar oplossingen op maat. Indien het bijvoorbeeld gaat om terreinen die niet goed gelegen zijn of waar de fysieke toestand van het terrein een ontwikkeling onmogelijk maakt (bv. waterzieke gronden), wordt er nagegaan of deze bestemde bedrijfsgronden kunnen geschrapt worden en op een andere locatie bestemd kunnen worden. Dit wordt de planologische ruil genoemd.
Een derde spoor slaat op het proces waarbij de provincie bedrijventerreinen zuiniger en duurzamer wil inrichten. Ook dit is een uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 22/12/2017 waarin werd opgeroepen om zuinig om te springen met ruimte.
De Provincie gaat, in het project Saving Space, samen met het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid, de intercommunales, economische actoren en vooral het bedrijfsleven na wat de mogelijkheden zijn om zuinig om te springen met ruimte op bedrijventerreinen.
Momenteel loopt een vervolgtraject. Het is de bedoeling om voor de verschillende principes en ambities van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik op bedrijventerreinen de juridische kant verder te onderzoeken.
Het uiteindelijke doel is het bekomen van een set aan typevoorschriften die inzetbaar zijn om de duurzaamheidsprincipes uit Saving Space te kunnen opnemen in ruimtelijke uitvoeringsplannen
De zoektocht naar nieuwe bedrijventerreinen gaat gepaard met een intensief overleg- en participatieproces, want een breed maatschappelijk draagvlak is belangrijk. De provincie neemt het initiatief in het begeleiden en opstarten van dit planningsproces en wil dit integraal en gecoördineerd aan te pakken.
De provincie doet dit samen met de gemeenten, want de gemeenten spelen een cruciale rol. Met elke gemeente werd intensief overleg gepleegd rond haar lokale visie op bedrijvigheid. Aan alle schepencolleges werd vervolgens een duidelijk standpunt gevraagd: wil men een bedrijventerrein op hun grondgebied en zo ja waar?
Het is de taak van de Vlaamse overheid om concrete terreinvoorstellen voor nieuwe bedrijventerreinen goed te keuren. Voor de terreinvoorstellen in de economische subregio’s Roeselare, Waregem en Brugge is dit de Minister van Omgeving, voor de overige economische subregio’s is dit de Vlaamse Regering.
Daarnaast is de Vlaamse overheid een partner die de provincie ondersteunt en adviseert. Ze levert een actieve bijdrage aan spoor 3: bedrijventerreinen zo zuinig en duurzaam mogelijk inrichten.
Andere partners die bij het proces betrokken werden: de intercommunales WVI en Leiedal, de verschillende Burgemeestersplatvormen, het departement omgeving van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de landbouworganisaties Boerenbond en ABS, de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening. Naar gelang de voortgang van het proces is het de bedoeling om ook nog andere partners zoals overheden (o.a. de Vlaamse Waterweg, Infrabel, Natuur en Bos, AWV), politieke actoren, middenveldorganisaties, bedrijven, actiegroepen, experten en burgers te betrekken.