De kust kent een hoge vergrijzing, zowel bij de inwoners als bij de tweedeverblijvers. De kust kan fungeren als laboratorium waar nagedacht wordt over hoe we een samenleving organiseren waar veel ouderen leven. Een aantal vernieuwende initiatieven i.v.m. (ouderen)beleid kunnen uitgetest worden aan de kust.
Het provinciebestuur werkt het programma 'Vergrijzing aan de kust' uit samen met de kustgemeenten en alle actoren die hierrond bezig zijn. Het geheel werd vormgegeven op basis van een beschrijvende nota vergrijzing aan de kust (pdf).
Het programma bevat twee sporen:
Onderzoekers SumResearch, KU Leuven (stedenbouw & ruimtelijke planning, faculteit architectuur) en HoGent (faculteit Mens en Welzijn) voerden, in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, een onderzoek uit naar de verhuisbewegingen en verhuismotieven van 80+ aan onze kust.
Pensioenmigranten voelen zich goed aan de zee en willen er hun oude dag slijten, ook als ze zorgbehoevend worden. Sommigen hebben zich echter niet voorbereid op het ouder worden en de daarbij horende problemen, niettegenstaande ze verhuisd zijn op een latere leeftijd. Ze wonen over het algemeen in een appartement, maar hebben er niet aan gedacht wat er moet gebeuren als ze wat minder mobiel worden.
Ouderen kunnen eenzaam en geïsoleerd zijn aan de kust. Ze komen er op hun pensioenleeftijd wonen en familie en vrienden blijven achter in het binnenland. De eenzaamheid kan toeslaan, zeker als één van de beide partners overlijdt. Een aantal ouderen erkennen hoe belangrijk het is om een sociaal netwerk uit te bouwen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk en niet iedereen denkt eraan.
Het woningbestand aan de kust doorstaat meestal de ‘tand des tijds’ niet. Er zijn veel appartementen, maar de meeste zijn verouderd en niet aangepast aan een verminderde mobiliteit of zorgbehoevendheid. Mensen denken dat ze een goede plaats hebben om hun oude dag te slijten, maar denken niet na over het feit dat een woning zonder trappen, met plaats voor een rolator en een inloopdouche een goede investering is.
Onze regio moet zich hier op voorbereiden. Er dienen voldoende leeftijdsvriendelijke woningen en woonvormen te zijn, voldoende redenen om buiten te komen en sociale contacten te leggen en daarnaast zouden ouderen betrokken moeten worden in het uitdenken en vorm geven van hun omgeving.
De situatie aan de kust is nu zoals ze in België zal zijn binnen 15 jaar. In 2030 zal 27,7 % van de Belgen (3.311.621 personen) ouder zijn dan 60 jaar. Gezien de demografische prognoses kan de kust een voortrekkersrol spelen, zowel op nationaal als op internationaal vlak, in het omgaan met vergrijzing.
Daarnaast kan de uitbouw van een regiospecifiek seniorenbeleid ook een belangrijke economische meerwaarde en (gespecialiseerd) tewerkstelling genereren.
De woonomgeving aan de kust is vrij goed voor ouderen, maar de meeste appartementen zijn verouderd en zelfs in de nieuwbouwappartementen wordt te weinig rekening gehouden met de noden die ontstaan bij het ouder worden. Behoud van de regie over het eigen leven moet het vertrekpunt zijn bij het uittekenen van een woon- en zorgbeleid. Voorwaarden zijn dat de focus ligt op het wonen en dat de concepten vanuit de wensen en de behoeften van ouderen bedacht worden. Op die manier zullen er aantrekkelijke tussenvormen ontstaan tussen de eigen woning en het woonzorgcentrum.
De grote uitdaging is ouderen op voorhand doen nadenken over een goede woning in een aangepaste omgeving. Door middel van proactieve communicatiecampagnes dient deze bewustwording aangewakkerd te worden. Voor pensioenmigranten is het bovendien belangrijk om een sociaal netwerk uit te bouwen aan de kust. Men kan immers geconfronteerd worden met het wegvallen van de partner of de behoefte aan een informele zorgverlener en terugkeren naar het binnenland is doorgaans geen optie.
Deze uitdagingen zullen op verschillende beleidsniveaus moeten aangepakt worden. Bovendien dienen ook de organisaties die werken met ouderen en de ouderen zelf hun inbreng te hebben.
Lees het eindrapport (pdf, 70 MB) Bekijk de bijlagen bij het eindrapport (pdf, 1 MB)
De resultaten van het onderzoek werden voorgesteld op vrijdag 29 mei 2015.
Een overzicht van de presentaties: